- honger
- {{honger}}{{/term}}1 [eetlust; ook begeerte] faim 〈v.〉2 [hongersnood] famine 〈v.〉♦voorbeelden:1 flinke honger hebben • avoir très faimontzettende honger hebben • avoir un appétit férocehij wordt gekweld door honger • la faim le tourmenteik heb toch honger! • j'ai une de ces faims!honger hebben • avoir faimje krijgt er honger van • cela donne faimik rammel van de honger • j'ai l'estomac dans les talonsvan de honger sterven • mourir de faim 〈ook figuurlijk〉zijn honger stillen • assouvir sa faimhonger naar geld en goed • la soif de richesseshonger hebben als een paard • avoir une faim de loupscheelzien van de honger • crever de faim〈spreekwoord〉 honger maakt rauwe bonen zoet • qui a faim mange tout pain
Deens-Russisch woordenboek. 2015.